Een kind met post-traumatische afasie..

Een kind met post-traumatische afasie..

Het ongeval Floris (ruim 6 jaar) is een normaal ontwikkelend, gezond kind als hij bij oversteken door een auto wordt aangereden en met matig ernstig traumatisch hersenletsel (score 10 op de Glasgow Coma Scale) wordt opgenomen. Neurologische bevindingen: Comaduur 1 uur, ogen naar rechts gefixeerd, rechtervoetzool reflex volgens Babinski, schedelfractuur links frontaal. EEG vijf dagen na het trauma: algeheel maar vooral centropariëtaal in de linkerhemisfeer hypofunctioneel.

Drie weken na het ongeval is Floris bij neuropsychologische inventarisatie extreem afleidbaar. Hij reageert op elke prikkel. Zijn taalbegrip is gestoord. In zijn mondelinge uitingen en bij benoemen van afbeeldingen vallen moeite met vinden van woorden en perseveraties op. Hij persevereert bij schrijven van woordjes die hij voor het ongeval foutloos schreef. (Na)tekenen is primitief. Hij heeft, al met al, een forse niet aangeboren constructiestoornis en matig ernstige afasie.

Een half jaar later vinden ouders Floris veel prikkelbaarder dan voor het ongeval, en overmatig beweeglijk. Op school vordert hij nauwelijks. Ten tijde van het onderzoek is zijn gedrag niet opvallend. Intelligentie-onderzoek is nu goed mogelijk. Zijn IQ is aanmerkelijk verbeterd, de performantie zelfs met 50 punten! Zijn mondelinge taalgebruik is genormaliseerd. Zijn zinnendicteetje toont echter nog karakteristieke problemen, waaronder fouten die niet gemakkelijk als kennisfouten gezien kunnen worden. Ze worden samengevat als ‘controlefouten’: omissie, anticipatie en perseveratie van letters. Ook zijn grafische constructies zijn verbeterd maar nog niet hersteld.

Een jaar na het ongeval vindt de neuroloog geen enkele afwijking meer. Het EEG is nog, links meer dan rechts, hypofunctioneel en irritatief. De ouders vinden Floris nog prikkelbaar en nerveus, zij het minder dan een half jaar geleden. Het Totale IQ van 86 reflecteert niet daling maar overgang op de strengere versie van de test (WISC-R); het is vermoedelijk lager dan het premorbide IQ. De taalfunctie is ook wat de schriftelijke aspecten betreft verbeterd maar Floris communiceert als een jonger kind. Problemen bestaan nog vooral in taken van constructieve aard, zoals natekenen.

Ruim vijf jaar na het ongeval zit Floris, 12 jaar geworden, in groep 8. De ouders hebben geen klachten, al valt hen en de leerkrachten op dat hij zich wat kinderlijk gedraagt. De WISC-R toont een laaggemiddeld IQ (= 95), een onveranderd zwak Verbaal IQ (= 85) en een verbeterde performantie (PIQ = 107). Het dictee is zwak met opvallende beheersings- en controlefouten. Het construeren is in orde.

Samenvatting 1) constructievaardigheden zijn het meest kwetsbaar, 2) afasie verdwijnt snel, blijvend zwakke beheersing van de schriftelijke taal is moeilijk los te maken van het algeheel zwakke verbaal-cognitieve niveau, 3) beide zijn vermoedelijk restverschijnselen van het ongeval die blijvende gevolgen hebben voor het algemene functioneren van de jongen.

Figuur 1 Tijdens ziekenhuis opname. Schrijffouten in zinnendictee
Figuur 1 Tijdens ziekenhuis opname. Schrijffouten in zinnendictee
Figuur 2. Tijdens ziekenhuisopname. Zeer regressieve menstekening
Figuur 2. Tijdens ziekenhuisopname. Zeer regressieve menstekening
Figuur 3 Deel dictee.Leeftijd 12 jaar. Groep 8. Verschillende soorten fouten
Figuur 3 Deel dictee.Leeftijd 12 jaar. Groep 8. Verschillende soorten fouten
Eerste zin. Gedicteerd.'... 's avonds de maaltijd': Perseveratie
Tweede zin. Gedicteerd '...rustte vermoeid uit tegen het haltepaaltje': beheersingsfout, anticipatie, contaminatie, substitutie.
Derde zin. Gedicteerd ' wil je dat afschuwelijke schilderij onmiddellijk weghalen?' : intrusie, substitutie, contaminatie, omissie.

 

fajenn 30 mei, 2010 - 11:37