Preventie

In Nederland probeert ongeveer één op twintig ouders tenminste eenmaal in de eerste zes levensmaanden het vele huilen van haar/zijn kind te doorbreken met een poging tot smoren (in het kussen), slaan of door elkaar rammelen (Reijneveld et al., 2004, op basis van anoniem gemelde gegevens). Werkeloosheid, wonen in stedelijk gebied, afkomst uit een niet-geïndustrialiseerd land en een niet-biologische band met het kind zijn omstandigheden waaronder deze manieren van reageren vaker voorkomen (Reijneveld et al., 2004). Voorkomen is beter dan genezen.
• Nadrukkelijk informeren en waarschuwen van ouders kort na de geboorte over het risico van “op en neer of door elkaar schudden”’ werkt preventief (Mikton & Butchart, 2009; Dias et al., 2005).
• Vermoeden van kindermishandeling kan anoniem gemeld worden bij een AMK (Advies- en Meldpunt Kindermishandeling). Desgewenst kan eerst een adviesgesprek plaatsvinden waarin de naam van het kind en het gezin niet genoemd hoeven te worden. Het AMK gaat volgens vaste afspraken te werk bij serieuze vermoedens.