Epidemiologie

In 2007 waren in Nederland naar schatting 1000 patiënten bekend, (kinderen, adolescenten en volwassenen, meisjes en jongens) (Fronczek et al., 2007). Gegeven de cijfers over de prevalentie in andere Europese landen (20-50 per 100.000) zou men voor Nederland ongeveer 7000 patiënten met narcolepsie verwachten.

De incidentie bedraagt (in Minnesota, USA) ongeveer 2 per 100.000 en is het hoogste tussen het tiende en twintigste levensjaar. Ook bij kinderen jonger dan 10 jaar kan narcolepsie ontstaan (zie Akintomide en Rickards, 2010).

Bij familieleden van kinderen met narcolepsie doet de aandoening zich meer voor dan verklaarbaar door toeval, het geen wijst op een genetische factor in het mechanisme van ontstaan van de ziekte. Familiair voorkomen van narcolepsie met kataplexie is bekend maar is zeldzaam (Hor et al., 2011)