Psychosociale problemen

Op school hebben kinderen en adolescenten met narcolepsie en kataplexie meer gedragsproblemen; ze zijn minder opgewekt dan andere kinderen. Ouders beoordelen de kwaliteit van deze kinderen als verminderd (Stores et al., 2006). De kinderen verschillen in deze opzichten weinig of niet van kinderen en adolescenten met overmatige slaperigheid overdag zonder kataplexie. Verondersteld wordt daarom dat de psychosociale problemen geen verschijnsel zijn van de narcolepsie maar een gevolg van de overmatige slaperigheid.
Deze uitspraken steunen op een enkel, internationaal onderzoek waarin 42 kinderen en adolescenten met narcolepsie en kataplexie (gemiddelde leeftijd 12 jaar) en 18 kinderen met overmatige slaperigheid overdag (gemiddelde leeftijd 14 jaar) vergeleken werden met 23 controlekinderen zonder slaapproblemen (gemiddelde leeftijd 14 jaar) (Stores et al., 2006). Niemand was ouder dan 18 jaar. De gegevens werden verkregen met behulp van vragenlijsten. Ze worden hier vrij uitvoerig gerapporteerd omdat ander onderzoek ontbreekt.
- Blijkens de Strength and Difficulty Questionaire (SDQ). Groepsgewijze hadden beide groepen kinderen en adolescenten met slaapproblemen meer ongewenst gedrag, meer moeilijkheden met leeftijdsgenoten en meer tekenen van emotionele problemen. Ook hadden ze meer negatieve invloed op het gezinsleven. Hyperactiviteit kwam bij hen niet meer voor dan bij controles en dan bij kinderen in het algemeen.
- In de beide groepen kinderen met slaapproblemen bestonden volgens de Child Depression Inventory (CDI) aanzienlijk meer aanwijzingen voor depressie dan bij de controlekinderen (maar die hadden wel opvallend veel minder tekenen van depressie dan in de algemene kinderbevolking). Verhoogde tekenen van depressiviteit bleken ook uit de beoordelingen van de ouders op de Child Health Questionaire (CHQ).
- Kinderen en adolescenten met narcolepsie en kataplexie verzuimden niet buitensporig veel maar hun schoolvorderingen bleven achter ondanks vaak extra inspanning van de leerkracht. Inzicht in de achtergronden daarvan werd belemmerd door gebrek aan medewerking van leerkrachten.

De moeite die de auteurs zich moesten getroosten om kinderen met beide soorten slaapstoornis te bereiken voor hun onderzoek doet vermoeden dat de symptomen vaak langdurig worden miskend, met de nodige negatieve gevolgen voor de ontwikkeling van de kinderen (Stores et al., 2006; zie ook Overeem et al., 2011).