Lichamelijke verschijnselen en behandeling

Verschijnselen

Hemisfeertumoren geven aanleiding tot plaatselijke stoornissen en daarmee tot epileptische aanvallen. Hoofdpijn, verminderde alertheid en braken kunnen ontstaan door verhoogde druk in de schedel (Sønderkaer et al., 2003).

Operatieve behandeling

Als door beeldvorming van de hersenen de plaats van de tumor is vastgesteld, kan worden overgegaan tot volledige of zo volledig mogelijke verwijdering. De ingreep zal verenigbaar moeten zijn met behoud van essentiële functies, waaronder taal en geheugen. Dit kan onder andere worden onderzocht door kortdurende uitschakeling van een helft van de grote hersenen door middel van toediening van amobarbital (een barbituraat) aan het grote toevoerende bloedvat van die hersenhelft (de arteria carotis). De neuropsycholoog heeft tot taak in kort tijdsbestek zich een indruk te vormen van taal en geheugen in deze conditie. De amobarbital procedure staat (naar de bedenker ervan) bekend als Wada test. Tegenwoordig wordt ook electrocorticografie (EcOG) toegepast.. Anders dan bij kwaadaardige tumoren wordt bij laaggradige tumoren veelal afgezien van bestraling en nabehandeling met chemotherapeutica (Zie Ziektebeschrijving Hersentumoren; Jennekens-Schinkel en Jennekens, 2008).

Na operatieve behandeling

De epileptische aanvallen verdwijnen of verminderen. Bij “vermindering van aanvallen” blijft behandeling met anti-epileptica nodig. Een kleine minderheid van de kinderen houdt neurologische restverschijnselen. In geval van onvolledige tumorverwijdering moet rekening worden gehouden met opnieuw uitgroeien van tumorweefsel. Behalve heroperatie kan in dat geval ook stereotactische radiotherapie worden overwogen, een zeer gerichte vorm van bestraling met meerdere kleine stralingsbundels (zie voor beschrijving van de methode www.hersentumor.nl of Ziektebeschrijving Hersentumoren) (Kano et al., 2009).